Nog geen sponsorproducten
De Rib is het braakliggende terrein van Veevoederbedrijf De Heus nabij Hoge Maasdijk 13 in Andel. Van oudsher is De Rib altijd een ontmoetingsplek geweest. Schepen meerden hier af en aan. Het was een wachtplaats voor de stoomboten en voor het café Bouman trof men elkaar om de laatste nieuwtjes en verhalen uit te wisselen. Er waren tijden dat dit deel van Andel het belangrijkste deel van het dorp was.
door Teus van Tilborg
De Rib is vanouds een begrip in Andel. Al op oude kaarten en in oude stukken komt de naam voor. Soms ook geschreven als ‘De Ribbe’. Het is daarom eigenlijk best jammer dat dit stukje Andel officieel niet zo heet.
In de jaren’30 van de vorige eeuw vestigde zich mengvoeder- en graanbedrijf N.G.J. Schouten uit Giessen zich aan de Rib op de plek waar nu De Heus zit. De komst van Schouten had tot gevolg dat het landschap langs de Afgedamde Maas ingrijpend veranderde. Uiterwaard werd een bedrijfsterrein dat in de loop der jaren werd uitgebreid tot de omvang die het nu heeft. Plannen van het Andelse gemeentebestuur om het nog verder naar het westen, richting Afsluitdijk, uit te breiden met 4,5 hectare haalden de eindstreep niet. De provincie stak er in 1974 een stokje voor door het bestemmingsplan ‘De Rib’ waarin dit geregeld werd, niet goed te keuren. De provincie betwijfelde of er wel behoefte aan een uitbreiding was. Bovendien had ze moeite met de landschappelijke inpasbaarheid waarbij vooral de vinger werd gelegd op de toegestane bebouwingshoogte van 35 meter. Door derden was bij de gemeenteraad daar ook al bezwaar tegen gemaakt.
Het zal ongetwijfeld zijn opgevallen dat de laatste jaren de bedrijvigheid aan de Rib en vooral ook op de loswal, aanzienlijk is afgenomen. Daar vinden nauwelijks nog activiteiten plaats. Schepen liggen nog maar zelden voor de wal. De foto, uit de jaren ’60, geeft ook een aardig beeld hoe de situatie veranderd is. Het terrein, dat overigens bij het bedrijf van De Heus hoort, is nog onverhard en ook de damwand in de oever ontbreekt. De foto is genomen toen het bedrijf nog van Schouten was. De toegang van en naar het bedrijf liep via de Ribstoep, de huidige toegang naar de rivier. Het vrachtverkeer moest via de Hoge Maasdijk en de Julianastraat rijden. Geen ideale situatie. Daar kwam pas verandering in toen Schouten overgenomen werd door ‘buurman’ O. Bouman B.V. Een bedrijf dat inmiddels ook niet meer bestaat.
Het hoge gebouw is in 1954 gebouwd en heeft een hoogte van 30 meter. Het werd aangekondigd als het hoogste gebouw in de streek. Tijdens de bouw gebeurde een ernstig ongeval dat het leven kostte van de 50-jarige Cornelis van Vugt uit Giessen. Hij was chef-monteur bij Schouten. Op de silo is de sirene te zien. Die loeide enkele keren per dag en was in het gehele dorp te horen. Ook als er brand was ging de sirene af. Voor de leden van de brandweer het teken zich naar de brandweerkazerne te spoeden. Veel van hen werkten bij Schouten.
Het lage gebouwtje op de voorgrond was de portiersloge. Van hieruit hielden de portiers toezicht. De werknemers moesten ook hier langs en hun aankomst- en vertrektijden registreren. De meesten kwamen met de fiets. Waar nu de papiercontainer staat was de fietsenstalling. De foto laat ook zien hoe druk het vaak kon zijn met schepen. Veel grondstoffen werden dan ook per schip aangevoerd. Enkele schepen lagen er permanent en dienden als pakhuis. Een bekend schip dat er heel lang heeft gelegen was de ‘Clara’.
Op de voorgrond staat de personenauto, waarschijnlijk een Chevrolet, van Ai Tankens. Hij was aannemer, verkocht en repareerde fietsen en reed taxi. Hij woonde in het huidige pand Hoge Maasdijk 15 waar hij ook zijn winkel en garage had. Zijn timmerwerkplaats had hij aan de overkant van de dijk in het pand dat tot woonhuis is verbouwd. Tankens verhuurde ook roeiboten. Enkele van zijn boten liggen op de wal, zoals de foto laat zien. In het verleden kwamen er veel hengelaars van buiten Andel naar hier om te vissen. Vooral veel uit Helmond en omgeving en ook wel uit België. Vaak werd bij Tankens dan een boot gehuurd. Ook vanaf het terrein van Schouten werd wel gevist. Op een gegeven moment werd dit verboden. De palen op de voorgrond zijn waarschijnlijk afkomstig van de afgebroken aanlegsteiger die lang dienst heeft gedaan bij het laden en lossen van schepen.
Er is nog meer over de Rib te vertellen. De Rib is een deel van de (Hoge) Maasdijk, vroeger de hoofdroute tussen de dorpen in de streek. Vanaf hier is het dorp verder uitgebreid. Belangrijke voorzieningen, zoals gemeentehuis, postkantoor, kerk, winkels en niet te vergeten cafés, trof men dan ook langs de dijk aan. Andel maakte daarop geen uitzondering met een concentratie hiervan aan de Rib. In de loop van de jaren is er ook veel aan de Rib veranderd. Het fabriekscomplex is verrezen en de loswal is in zijn huidige vorm ontstaan. Verdwenen zijn bijvoorbeeld de aanlegsteiger, winkels en cafés. Gelukkig zijn panden bewaard gebleven waardoor het gebied toch min of meer zijn karakter heeft behouden. Gesloopt is café Bouman, links van de afrit naar de loswal. Kees Roza was de laatste uitbater voordat het werd aangekocht door N.G.J. Schouten N.V. Die heeft het als bijkantoor gebruikt om het vervolgens net als de naastgelegen schuur, te slopen om een betere ontsluiting te creëren voor haar bedrijfsterrein.
Het café heeft lang dienst gedaan als ‘wachtplaats voor de stoomboten’, zoals op een bord boven de toegangsdeur stond vermeld. In het café vonden ook vaak publieke verkopingen plaats. Al in 1881 plaatst notaris Van Mook een advertentie waarin hij een houtverkoping aankondigt in het café. Veel later hebben ook veel jonge moeders het café bezocht. Niet om een borreltje te drinken, maar om in de serre hun baby of kleuter door de dokter en de zuster te laten onderzoeken. De serre werd dan gebruikt als consultatiebureau. Later gebeurde dit in het Groene Kruisgebouw aan de Langenhof.
De Rib was ook een ontmoetingsplek voor de inwoners. Voor het café trof men, vooral mannen, elkaar. De laatste nieuwtjes uit het dorp werden uitgewisseld en verhalen werden verteld. Zulke ontmoetingsplekken waren er trouwens nog meer in het dorp. Bijvoorbeeld voor het café van Arie Roza (het huidige pand Julianastraat 17) en op zondag tegenover de hervormde kerk. Voor dominee Van der Put was dit ooit aanleiding vanaf de kansel te zeggen: “Tot de kerk is nog niet in de kerk.” Sommigen stonden dan wel bij de kerk, maar bezochten de diensten niet.
Lang was er ook een bushalte voor het café. Hier kwam een eind aan toen de bus een andere route ging nemen.
Tegenover het café(het huidige pand Hoge Maasdijk 14) woonde Leen Vogelaar, wethouder en op tal van andere terreinen maatschappelijk actief in en buiten Andel. Naast hem woonde dokter J.J. van Oosterom. Hij vestigde zich hier in 1932 in het pand van J.G. Schouten die een winkel had. Daarnaast, in de grote boerderij(nu nummer 8) woonden ooit drie gezinnen totdat het door N.G.J. Schouten N.V. werd gekocht. Voor een deel werd het als laboratorium in gebruik genomen. Aan de overkant van het pand ligt nog de trap die de laboranten gebruikten om naar en van de fabriek te gaan. Inmiddels is het pand, een rijksmonument, weer helemaal als woning in gebruik.
Verdwenen is ook de benzinepomp voor het pand(nu Hoge Maasdijk 15) van Ai Tankens. Onder dit pand zit nog altijd een kelder waarin bewoners van de Rib in de Tweede Wereldoorlog menig angstig uurtje hebben doorgebracht. In het huidige pand nummer 18 was vroeger de drogisterij van Kees van Berkel. Daarvoor was het een café met daarin ook een ruimte voor het raadhuis. Daarnaast, onder hetzelfde dak, was de manufacturenwinkel van Heiltje Bonis, later voortgezet door haar dochter Basje.
In de gemeenteraad van Andel is ooit geopperd het pand van Tankens te slopen om de verkeersveiligheid te verbeteren. De verkeerssituatie zou er dan overzichtelijk door worden met als resultaat minder ongelukken. Het is er niet van gekomen. Gelukkig maar. Juist de bebouwing zo kort op de dijk maakt de Rib zo karakteristiek. Ongevallen zijn er inderdaad gebeurd, doch veelal niet met ernstige gevolgen voor zover ik weet. Al in 1930 wordt melding gemaakt van een aanrijding met een vrachtauto. In hetzelfde jaar vindt wel een ongeval aan de Rib plaats met ernstige gevolgen. Maar dat had niets van doen met de onveilige situatie. Een inwoner uit Babyloniënbroek bracht met paard en wagen fruit naar de Rib om van daar verscheept te worden naar Rotterdam. Zijn 10-jarig zoontje viel van de kar en kwam op zijn hoofd terecht. Later overleed het aan de gevolgen van de val.
Ook in oorlogstijd had de Rib een functie. Als daartoe aanleiding was moesten de inwoners zich bij de Romboutstoren verzamelen om van daar naar de Rib te gaan. Die plek was aangewezen om naar veiligere oorden te worden verscheept. In 1939 werd geoefend voor het geval er sprake zou zijn van luchtalarm en er een bom gevallen zou zijn.